Leskist
Doeproject lezen & poëzie voor groep 5 t/m 8
OVER HET BOEK ‘HOU VAN DIE HOND’ VAN SHARON CREECH
Het boek vertelt fragmentarisch het verhaal van Jack en zijn hond Sprint. Via gedichten komen we er achter dat Sprint eerst uit het dierenasiel werd gehaald, en later is aangereden. Op de allerlaatste bladzijde staat Jack’s gedicht “Hou van die hond”, over zijn hond Sprint. Hiermee geeft hij het verlies van zijn hond een plek.
Maar in de tussentijd is er dank zij de gedichten véél meer gebeurd: Jack snapt nu hoe een gedicht ontstaat en wat het beschrijft, hoe je het moet lezen en begrijpen. Wanneer hij de smaak ervan te pakken heeft, ontdekt hij dat je heel goed je gevoelens kwijt kunt in een gedicht. En dat gedichten niet alleen maar iets voor meisjes zijn.
In het boek zit veel herhaling, waarbij de gedichten steeds subtiel veranderen. Daarom heeft werken met dit boek alleen maar zin als de leerlingen het hele boek leren kennen.
De setting van het boek is de klas van Jack in het schooljaar bij Juf Stretchberry. Zij leest geregeld een bestaand gedicht voor om daarmee haar leerlingen te prikkelen.
DOELGROEP: Leerlingen van groep 5 tot en met 8
DUUR: 3-5 dagen, afhankelijk van aantal groepen en/of leerlingen.
KOSTEN: €24,95/week zonder, of €99/week met begeleiding door leesconsulent. Een leesconsulent brengt de materialen zelf mee, zonder leesconsulent worden de verzendkosten doorberekend. Prijzen zijn inclusief BTW.
MATERIAAL: Voor dit project zijn twee dozen te leen, één met een flink aantal exemplaren van het boek, en één met aanvullend materiaal, zoals instructies, gelamineerde beeldgedichten en attributen. Daarnaast hoort bij dit project een grote knuffelhond, Sprint, die u gewassen en gedroogd op school krijgt voor de duur van het project.
Voor de uitvoering van het project heeft u verder nodig: los materiaal om te filmen, camera met filmmogelijkheid of iPad, een schoolbibliotheek, ingrediënten voor brownies, oven.
De leescoördinator (leerkracht van uw school die verantwoordelijk is voor het project) of leesconsulent zal de begeleiding van de voorleesroute op zich nemen. De overige (verwerkings)opdrachten kunnen onder begeleiding van de eigen leerkracht gedaan worden.
De begeleider leest eerst zelf het boek en maakt met een aantal leerlingen een indeling voor de voorleesroute. Dit is het begin van het project. De voorleeskinderen bezoeken in een afgesproken volgorde de klassen. De groepjes bestaan uit twee of drie lezers en een aangever/mime-speler.
De leerlingen in de klas gaan om de voorlezers heen zitten en samen gaan ze op gedichten-ontdekkingstocht. Per groepje duurt het geheel ongeveer 20 minuten. Voor de rust en het begrip is het fijn om er 30 minuten per klas voor uit te trekken. De tweede leesgroep loopt de volgende dag dezelfde route, enz. Na drie bezoeken per klas is het boek uit.
Na het voorlezen wordt er een exemplaar van het boek in de groep achtergelaten, zodat de leerlingen er in kunnen snuffelen of lezen. Aan het einde van het project gaat het boek terug in de doos.
Als de voorleesroute is gelopen, kiezen de leerlingen uit de groepen die met het project meedoen één van de doe-opdrachten (instructies te vinden in de materialendoos):
Gedicht schrijven
Titelgedicht maken
Ritme bij gedicht verzinnen en uitvoeren
Filmpje maken
Inspiratiegedicht schrijven
Brownies bakken